Verwering Accoya
Vanuit een technisch oogpunt voor wat betreft levensduur en dimensiestabiliteit is het niet nodig Accoya gevel-of terrasplanken van een coating te voorzien. Echter, timmerwerktoepassingen zijn complex en daarom is het raadzaam deskundig advies in te winnen voordat u Accoya voor ongecoate ramen en deuren gebruikt.
Zoals alle houtsoorten zal Accoya hout verweren bij gebruik buitenshuis. Alle materialen die worden blootgesteld aan de elementen degraderen door een reeks van chemische, biologische en fysieke processen. Het oppervlak van hout wordt aangetast door een combinatie van UV-licht, schimmels, algen, gisten en verontreiniging. Accoya vormt hierop geen uitzondering en de aanvankelijke lichte kleur van het ongecoate Accoya kan ervoor zorgen dat jonge schimmels en vlekken meer opvallen dan op andere houtsoorten, alvorens het hout verder vergrijst.
Wilt u deze vergrijzing voor zijn bekijk dan de verschillende mogelijkheden in behandelingen
Vergrijzing
Omdat Accoya hout zeer hoog rotbestendigheid is, wordt het vaak in diverse toepassing zonder coating gebruikt. Het verweert dan op een natuurlijke manier tot een zilvergrijze kleur die het gevolg is van fysieke en biologische processen die in de toplaag plaatsvinden:
- UV-licht zorgt voor een gedeeltelijke degradatie van het lignine in het oppervlak. Aangezien deze lignine de houtcellen bij elkaar houdt, leidt deze aantasting tot een ruwer en meer open oppervlak.
- De hierdoor geopende oppervlakstructuur zorgt ervoor dat de kleur verandert en ook dat oppervlakschimmels, gisten, mossen en algen kunnen binnendringen en sneller ontwikkelen.
- Deze organismen kunnen vele voedselbronnen gebruiken, waaronder extractiestoffen uit het hout, ongebonden suikers, zetmeel en andere beschikbare organische verbindingen. De Accoya houtstructuur zelf wordt hierdoor echter niet aangetast. Door het pigment dat deze schimmels en gisten produceren, kan het oppervlak wel verkleuren.
- Het verloop en het tempo van de verwering is afhankelijk van de hoeveelheid UV-licht, de hoogte op het gebouw, de omgeving, detaillering (met name die voor ventilatie) en oppervlaktextuur van de planken.
Accoya hout vergrijst doorgaans met dezelfde snelheid als de meeste andere houtsoorten. Delen in de schaduw zullen ongelijke vergrijzing en eventuele schimmelplekken laten zien, met name ook omdat het Accoya van oorsprong een relatief lichte kleur heeft, die de verkleuringen in de beginfase van de verwering niet camoufleert. Een voorbeeld hiervan is hiernaast weergegeven. Het is belangrijk op te merken dat voordat ongecoat Accoya hout vergrijst, het een fase doorloopt waarin het verbleekt en een tint lichter wordt dan de oorspronkelijke kleur. Oppervlakteorganismen zijn vooral in deze tussenliggende fase goed zichtbaar en de mate waarin kan van plank tot plank verschillen. Deze organismen worden minder zichtbaar nadat het hout volledig en effen is vergrijsd. In deze overgangsperiode kan het Accoya hout echter vlekkerig en zwart gevlekt lijken.
Uiterlijk
Natte en droge planken kunnen verschillen van uiterlijk, namelijk in het algemeen donkerder en minder mooi in natte omstandigheden en lichter in droge toestand. De installatiedetails, aanwezigheid van schaduwrijke plekken en natuurlijke verschillen in het hout zijn allemaal aspecten die ervoor kunnen zorgen dat sommige planken sneller drogen dan andere. Dit is niet alleen zichtbaar tijdens het drogen, het heeft ook invloed op de ontwikkeling van schimmels, algen en andere oppervlaktegroei.
Oppervlaktevezels
Op ongecoat Accoya kunnen na enige blootstelling aan de elementen oppervlaktevezels zichtbaar worden. Dit is te wijten aan de natuurlijke aantasting van lignine in het houtoppervlak. Aangezien deze lignine de houtcellen bij elkaar houdt, leidt deze aantasting tot een ruwer en meer open oppervlak. Dit kan worden waargenomen als fijne vezels aan het oppervlak die uiteindelijk zullen eroderen. Hoe hoger de hoeveelheid of intensiteit van UV-straling op het oppervlak, hoe sneller dit proces zal verlopen. Opgemerkt moet worden dat deze vezels worden gevormd op alle houtsoorten die aan UVstraling blootgesteld worden, inclusief Accoya-hout, met name op vlakke horizontale oppervlakken zoals terrassen. Een geribbeld plankprofiel heeft de neiging om een opeenhoping van deze vezels te veroorzaken, waardoor het des te meer opvalt.
In zeldzame gevallen kunnen bepaalde barre klimatologische omstandigheden leiden tot een speciale vorm van oppervlaktevezels die geen verband houden met UVafbraak. Het gaat hierbij om een ogenschijnlijk extreme hoeveelheid oppervlaktevezels in het voorjaar, meestal na een langdurige sneeuwbedekking. Een aanhoudende vochtbelasting in combinatie met herhaalde vriesdooicycli in de winter kan leiden tot een mechanische desintegratie van het (bovenste) houtoppervlak.
Het Oostenrijkse Holzforschunginstituut heeft aangegeven dat Robinia en thermisch gemodificeerd hout bijzonder zwaar worden aangetast, maar ook lariks, teak en sapeli zijn vatbaar voor dergelijk gedrag. In al deze gevallen wordt de duurzaamheid van het Accoya hout op geen enkele manier in gevaar gebracht. Het is raadzaam om losse vezels periodiek te verwijderen (door ze af te spoelen), omdat deze samen kunnen klonteren en een plek kunnen worden waar organismen zich kunnen nestelen, wat kan leiden tot plaatselijke verkleuringen. Een andere oorzaak voor het voorkomen van oppervlaktevezels is echter het verkeerd gebruik van hogedrukreinigers. Het gebruik van dergelijke reinigers met een te hoge druk, kan leiden tot beschadiging van de toplaag van het hout. Aangezien Accoya hout van nature een zachte houtsoort is, is het van belang om de druk te beperken.
Andere vlekvorming
Andere ontsierende vlekken op (Accoya) hout zijn vastgesteld als zijnde:
- Harsen: in zeldzame gevallen kunnen separate ongecoate planken na plaatsing roodbruine vlekken vertonen. Dit is het resultaat van natuurlijke extractiestoffen die naar het oppervlak getransporteerd worden of zich verzamelen rond (zelf corrosiebestendige) metalen bevestigingsmiddelen wanneer vocht uit de plank verdampt. Deze verkleuringen zullen de neiging hebben na verloop van tijd te vervagen en af te spoelen.
- Agressieve schoonmaakmiddelen kunnen verkleuring veroorzaken en bij langdurige inwerking zelfs van invloed zijn op het Accoya hout zelf.
- Bevestigingsmiddelen: er kunnen vlekken ontstaan rond bevestigingsmiddelen als deze niet-corrosiebestendig zijn. Bevestigingsmiddelen kunnen ook water, dat natuurlijke extractiestoffen kan bevatten, van en naar het regelwerk
- Regelwerk aftekening: bij sommige projecten is duidelijk het stijl- en regelwerk achter de Accoya gevelbekleding en gevelbekleding van andere houtsoorten zoals western red cedar zichtbaar. Dit wordt veroorzaakt door warmteoverdracht van het gebouw naar de Accoya planken, waardoor het gemiddelde vochtgehalte op de plaats van de contactpunten afneemt. Bij droge condities is er minder schimmelgroei en daarom is er een verschil in schimmelgroeiaftekening tussen de contactvlakken en de rest van de gevelbekleding. Omgekeerd verhoogt onvoldoende ventilatie van de spouw de kans op het langdurige nat zijn van het stijl- en regelwerk en bekleding. Dit kan de groei van oppervlakteschimmels op het Accoya in contact met het stijl- en regelwerk stimuleren, wat zichtbaar wordt als een donkere verkleuringband.
- Verduurzaamd hout dat gebruikt wordt als stijl- en regelwerk: deze producten kunnen metaalzouten bevatten zoals CCA, ACQ en MCQ. Door deze behandeling kan koper uitlogen, wat kan leiden tot groene vlekken op het oppervlak van Accoya hout. Om vlekvorming te voorkomen, is het raadzaam om direct contact tussen beide materialen te vermijden, zoals door het gebruik van kunststof (of roestvrij stalen) afstandhouders en coatings. Een ontwerp dat zorgt voor een snelle droging van het verduurzaamde hout verkleint het risico op vlekvorming.
Preventieve maatregelen
Een goed ontwerp en goed onderhoud zijn van cruciaal belang om het optreden van oppervlakteschimmels te minimaliseren. De groei van oppervlakschimmels kan beperkt of vertraagd worden door het vochtgehalte te verlagen, bijvoorbeeld door effectieve ventilatie te creëren, waterinsluiting te vermijden en op natuurlijke wijze water af te voeren. Als alternatief kan een oplossing met een geschikt schimmeldodend middel (bv. Biocide houdende transparante primer) aan te brengen. Om de effectiviteit op de lange termijn te kunnen waarborgen, is echter gepland en regelmatig onderhoud nodig.
Reiniging
Met name op horizontale buitenoppervlakken zal zich een biofilm vormen die water vasthoudt en die de droogsnelheid van de plank verlaagt. Het ontstaan van een dergelijke laag moet dan ook worden voorkomen. Zonder verdere preventieve maatregelen zal het nodig zijn het oppervlak regelmatig te reinigen om het ontstaan van zo’n biofilm tegen te gaan. Onder normale omstandigheden zou een terras één keer per jaar gereinigd moeten worden, bij voorkeur in het voorjaar. In het geval van permanente schaduw (bijvoorbeeld bij de noordkant van een huis of in de directe omgeving van struiken, bomen of bossen) kan het noodzakelijk zijn meerdere keren per jaar te reinigen. Bloempotten en plantenbakken moeten altijd los van de ondergrond worden geplaatst, bijvoorbeeld door onderzetters of afstandhouders.
Vervuilde oppervlakken kunnen gereinigd worden met een harde borstel en schoon water; geschaafde oppervlakken zijn gemakkelijker te reinigen dan ruwe oppervlakken. U kunt een hogedrukreiniger gebruiken, maar alleen als deze een instelbare drukregeling heeft. Reinigen met een te hoge druk beschadigt alle houtsoorten, dus ook Accoya hout. Laat oppervlakken alleen voorzichtig onder hogedruk reinigen door ervaren schoonmakers. Het reinigen van gecoate oppervlakken met een hogedrukreiniger moet worden vermeden. Hardnekkige vlekken kunnen aangepakt worden met behulp van terrasreinigers, waardoor echter het oppervlak van het hout ook enigszins kan verbleken. Het is belangrijk om de instructies van de leverancier op te volgen. Zorg ervoor dat de planken goed nat gemaakt zijn voordat dergelijke reinigingsmiddelen gebruikt worden en spoel de planken na het schoonmaken met veel schoon water af.